Hof: Onrechtmatige Google-advertenties met Jort Kelder

27-03-2024 Print this page
IEPT20240326, Hof Amsterdam, Kelder v Google
(Met dank aan Otto Volgenant en Matthijs Kaaks, Boekx advocaten)

Google Display Network-diensten kwalificeren als hostingdiensten in de zin van art. 6:196c lid 4 BW: Google vervult met betrekking tot haar GDN-diensten geen actieve rol ten aanzien van de door de adverteerders aangeleverde en door Google opgeslagen en vertoonde inhoud van de advertenties. Vrijstelling van aansprakelijkheid (art. 6:196c lid 4 BW) gaat niet op voor 9 bitcoin-advertenties verschenen in periode maart-augustus 2020: Google heeft niet onrechtmatig gehandeld op enkele basis dat via GDN advertenties zijn verschenen met portret en naam [appellant]. Google heeft onvoldoende uitleg gegeven waarom met specifieke wetenschap die zij had vanaf januari/februari 2020 het tonen van deze advertenties via het GDN niet kon worden voorkomen. Schade toewijsbaar, verwijzing naar schadestaatprocedure: voldoende aannemelijk dat [appellant] enige reputatieschade heeft geleden.

 

ONRECHTMATIGE PUBLICITEIT  - PUBLICATIES & PRIVACY

 

Google heeft onvoldoende uitleg gegeven waarom met de specifieke wetenschap die zij had vanaf januari/februari 2020 het tonen van deze advertenties via het GDN niet kon worden voorkomen. Haar nalaten prompt en afdoende actie te ondernemen is onrechtmatig jegens Kelder. De vordering van Kelder tot schadevergoeding nader op te maken bij staat is beperkt toewijsbaar. Voor het overige worden zijn vorderingen afgewezen.


Het zonder zijn toestemming gebruiken van zijn naam en/ of portret ter ondersteuning van nepnieuws en zelfs oplichtingspraktijken, vormt een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van Kelder en tast zijn eer en goede naam aan. In het oordeel van het hof dat het beroep van Google op de vrijstelling van aansprakelijkheid niet opgaat voor negen advertenties in de periode maart — augustus van 2020 ligt besloten dat Google in strijd heeft gehandeld met de in acht te nemen maatschappelijke zorgvuldigheid omdat zij als behoedzaam marktdeelnemer is tekortgeschoten. Dit is onrechtmatig jegens Kelder. Niet is komen vast te staan wat de verspreidingsomvang is geweest en hoe lang de betreffende advertenties telkens op een website/app te zien zijn geweest.


Het hof acht het in elk geval voldoende aannemelijk dat Kelder door het tonen van de negen onrechtmatige advertenties in de periode maart augustus van 2020 enige reputatieschade heeft geleden, zodat de gevorderde schade nader op te maken bij staat toewijsbaar is.


Het Hof verklaart voor recht dat Google Ireland en Google LLC onrechtmatig hebben gehandeld jegens Kelder en aansprakelijk zijn voor de schade die hij hierdoor heeft geleden, door in de periode maart 2020 tot en met augustus 2020 via het Google Display Network negen advertenties van de in de dagvaarding omschreven zestien advertenties online te tonen met daarin het portret en de naam van Kelder.

 

IEPT20240326, Hof Amsterdam, Kelder v Google


ECLI:NL:GHAMS:2024:767

Lees het oorspronkelijke arrest hier

Zie eerder: ECLI:NL:RBAMS:2022:2637 en ECLI:NL:RBAMS:2022:2638